AUSWEIS BITTE

In een eind jaren tachtig door de Leidse Invalshoek uitgegeven bro­chure over de identificatieplicht, begint een artikel met de volgen­de zinnen: "De hele discussie over het al dan niet invoeren van een identificatieplicht heeft nog het meeste weg van een loop­gravenoorlog. De stellingen van voor- en tegenar­gumenten zijn al jarenlang onveranderd en de partijen schieten maar wat naar elkaar in de hoop dat de ander zich overgeeft. Het enige ver­schil met een echte oorlog is, dat in dit geval alleen de voorstanders altijd de aanval kiezen. Er is een nieuwe schotenwisseling begonnen". (1)

Zo'n twaalf jaar later is deze passage nog steeds van toepassing. Opnieuw is er een schotenwisseling begonnen, deze keer met als inzet volledige identificatieplicht. Plannen hiervoor bestaan al sinds de jaren '70, maar sinds de aanslagen van 11 september 2001 is de roep groter dan ooit, en lijkt de weerstand ertegen kleiner dan ooit. Demissionair minister Donner - die zich ontpopt heeft als een van de ferventste law and order voorvechters sinds jaren - heeft inmiddels een uitgewerkt wetsvoorstel voor invoering van volledige identificatieplicht naar verschillende adviesinstanties gestuurd. Het idee is om een algemene identificatieplicht in te voeren, met draag- en toonplicht van een ID bewijs. Hier kan door de politie naar worden gevraagd indien een strafbaar feit of overtreding wordt vermoed - maar ook als vermoed wordt dat je je pasje niet bij hebt. Kortom, de politie kan binnenkort in alle gevallen naar je identiteit vragen. Heb je die niet bij, dan riskeer je in het uiterste geval een boete van 2250 euro, of een gevangenisstraf van maximaal 2 maanden.

Bezetting

De identificatieplicht is in Nederland altijd een omstreden onderwerp geweest. Bij veel mensen roept het nog steeds herinneringen op aan de tijd van de nazi-bezetting, toen iedereen vanaf 14 jaar verplicht een persoonsbewijs ('ausweis') moest kunnen tonen (in de huidige kabinetsplannen wordt een leeftijd van 12 jaar gehanteerd). Het is echter een misvatting te denken dat de Duitsers zijn begonnen met het registreren van de bevolking of met de plannen voor een ID-plicht. Reeds uit 1936 stamt het Besluit Bevolkingsboekhouding - iedere gemeente werd verplicht basisinformatie over elke burger op een soort stamkaart te schrijven; deze werd bewaard in het bevolkingsregister. Nog voor de inval van de nazi's was dit systeem geheel uitgewerkt. Al snel na de inval werd duidelijk dat de nazi's een persoonlijke identiteitskaart wilden invoeren. Deze kaart werd ontworpen door de Nederlandse ambtenaar J.L. Lentz, het overijverige hoofd van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters. In de loop van 1941 kreeg elke Nederlander vanaf 14 jaar zijn of haar persoons­bewijs uitgereikt. Het opsporen en deporteren van joden werd hierdoor een stuk makkelijker voor de nazi's.

Door de bezettingstijd wisten veel Nederlanders dat grote registratie- en identificatiemogelijkheden van de bevolking door de staat grote gevaren kon opleveren. Hierdoor was het na de oorlog lange tijd taboe om het onderwerp ter sprake te brengen. Als het gebeurde, kwamen meteen de "ausweis" verhalen boven tafel. In 1971 leidden overheidsplannen voor een volkstelling tot grote protesten. Er werd een "Comité Waakzaamheid Volkstelling" opgericht, en 23.000 mensen weigerden zich te laten registreren. Het door de overheid in kaart brengen van de bevolking werd als overbodige en gevaarlijke bemoeizucht gezien. Een enkele keer kwam het onderwerp identificatieplicht nog op in de jaren zeventig, maar het stuitte altijd op grote weerstand. Toen Minister Korthals Altes zich in 1984 "strikt persoonlijk" uitsprak voor identificatieplicht, stak er een storm van verontwaardiging op in het land. Eén van de organisaties die het onderwerp scherp in de gaten hield was de Stichting Waakzaamheid Persoonsregistratie, die inmiddels niet meer bestaat.

Toch zijn er altijd weer politici die met het plan op de proppen komen, en opvallend vaak komen deze uit de CDA-hoek. Begin jaren negentig is het de minister Hirsch Ballin die, mede als gevolg van de Europese Schengen-akkoorden, met plannen komt voor een "beperkte" identificatieplicht. Door het "beperkt" te noemen, hoopt men het verzet minimaal te houden. Identificatieplicht zou enkel gelden voor het nemen van een nieuwe baan, aanvragen van een uitkering, notariszaken, zwartrijden en voetbalwedstrijden. Voor buitenlanders bestond trouwens sowieso al identificatieplicht, in het kader van het "vreemdelingentoezicht". In de praktijk werd hier echter spaarzaam gebruik van gemaakt.

WID

De plannen van Hirsch Ballin waren er wel direct op gericht om illegalen uit de maatschappij te drijven. Door de verplichting voor werkgevers om kopieën van paspoorten van hun werknemers in het bedrijf te bewaren, werd het voor "illegalen" nog moeilijker ergens een baan te vinden. Inschrijven bij het Arbeidsbureau, of aanvragen van een uitkering, kon ook alleen nog maar met een ID-bewijs. Illegalen werden hierdoor nog verder in de illegaliteit gedreven. Veel mensen protesteerden vanwege dit discriminerende en racistische karakter tegen de Wet Identificatieplicht (WID). Het Autonoom Centrum uit Amsterdam organiseerde een landelijke campagne om werknemers over te halen geen paspoortkopie in te leveren, of dit enkel te "tonen" aan de werkgever. Duizenden mensen gaven hieraan gehoor, en kwamen zo behoorlijk in de problemen: belastingtechnisch kwamen zij in het anoniementarief terecht, waardoor zij vaak de helft van hun inkomen verloren. De campagne kon de wet echter niet tegenhouden; sinds juni 1994 bestaat in Nederland de "beperkte" identificatieplicht. Enige tijd later werd door de Koppelingswet - het verbin­den van persoonsbestanden in de zorg, het onderwijs en over­heidsinstellingen (zoals regeling voor huursubsidie) - de uitsluiting van mensen zonder papieren verder doorgevoerd.

En nu zitten we dus met ver uitgewerkte plannen voor een volledige identificatieplicht. De tijden zijn veranderd, verzet tegen staatscontrole is veel kleiner dan voorheen, solidariteit is kleiner, mensen denken vooral aan zichzelf en denken dat ID plicht helpt tegen 'on­veiligheid'. En dan is er natuurlijk het terrorisme. In de Tweede Kamer is zich een duidelijke meerderheid voor volledige identificatieplicht aan het aftekenen. Van het CDA is bekend dat deze partij al zeer lang voorstander is. De PvdA en kleinrechts zijn aan het glijden. De VVD en D66 zijn lange tijd tegen geweest, maar ook hier heeft het laatste restje liberalisme het moeten afleggen tegen de con­trolezucht en veiligheidspsychose. Uit opiniepeilingen blijkt dat een meerderheid van de bevolking voor invoering is. Een steeds vaker genoemd cliché-argument luidt: "Mensen die ertegen zijn, hebben iets te verbergen". Met deze redenering wordt elke vorm van privacy bij het vuilnis gezet, en kun je bijvoorbeeld ook het dra­gen van doorzichtige plastic tassen op straat verplicht stel­len: mensen die zo'n tas niet hebben, hebben zeker iets te verbergen?

ID - slecht idee

De argumenten vóór identificatieplicht zijn niet sterk; de argumenten tegen blijven even sterk als altijd. Hier zijn de belangrijkste:

1. Het principiële argument: de overheid heeft niet het recht zonder dringen­de directe aanleiding naar persoonlijke gegevens te vragen. Dit is strijdig met het recht op privacy en de autonomie van het individu. Alleen in exceptio­nele gevallen heeft de overheid het recht te eisen dat iemand zich identificeert. Welis­waar bestaat de identificatieplicht in veel omringende landen al jaren; voor Nederland is het een mijlpaal in de registratie- en con­trolezucht van de staat, die zich op allerlei terreinen voor­doen. Aan dit argument verbonden zijn de - historisch bewezen - gevaren van volledige registratie en identificatieplicht voor misbruik, door de politie, de staat, of beide.

2. Identificatieplicht vergroot het wantrouwen tussen mensen, terwijl de voordelen dubieus zijn. Veel 'deskundigen', maar ook wel politici, geven aan dat het middel in de 'strijd tegen het terrorisme' weinig nut heeft. Terroristen of grote criminelen weten toch wel aan een vervalst paspoort te komen. Voor de paarse minister Korthals, bepaald geen progressief iemand, was dit de belangrijkste reden tegen een volledige identificatieplicht te zijn. CDA fractieleider Verhagen, maar ook voormalig D66 minister van Boxtel, zien juist wel winst in de strijd tegen het terrorisme (NB in de VS bestaat geen volledige identificatieplicht). Volgens de laatste justitieminister Donner daarentegen ligt het nut van de identificatieplicht bij de bestrijding van kleine vergrijpen, vandalisme, en het verhogen van de status van de politie.(2) Of de identificatieplicht nu werkelijk helpt tegen de misdaad is echter twijfelachtig: er is nooit aangetoond dat in lan­den met een identificatieplicht de criminaliteit lager is. Opvallend is dat de Raad voor Hoofdcommissarissen weinig ziet in het wetsvoorstel: volgens deze raad heeft de politie genoeg armslag met de hui­dige bevoegdheden, en kan identificatieplicht door gemeenten altijd tijdelijk worden ingevoerd bij een concrete (bv. ter­roristische) dreiging.(3) Ook dat het het ge­voel van vei­lig­heid ver­groot is twij­fel­ach­tig: eer­der zal het het ge­voel van wan­trouwen tussen mensen ver­groten, vooral bij mensen die keer op keer gevraagd zal worden naar hun iden­ti­teit. Het is maar de vraag wat er zal gebeuren als het gevoel van onveiligheid ver­mindert na invoering volledige identificatieplicht, en de georganiseerde crimina­liteit of het terrorisme niet beduidend afneemt. Welke maatregelen moeten dan nog genomen worden? Streepjescode op voorhoofden tatoeëren?

3. Volledige identificatieplicht heeft een racistische uitwerking. Wie wordt er gecontroleerd, op basis van welke criteria wordt besloten iemand een identiteitsbewijs te laten zien? Uit de praktijk van bijvoorbeeld Antwerpen of Parijs blijkt dat vooral migran­ten te maken krijgen met identiteitscontroles door de politie. Net zoals de WID uit 1994 vooral lastig was voor migranten die op het werk werden gecontroleerd en illegalen die uitgesloten werden, zal deze volledige ID-plicht vooral negatieve gevolgen hebben voor mensen met een andere huidskleur. Met de WID waren straatcontroles ook mogelijk, maar gebeurt dit in de praktijk nog niet vaak - op de openbare weg alleen als een opsporingsambtenaar het 'redelijke vermoeden' heeft met een vreemdeling te maken te hebben. Het werkt dus discriminerend en zal spanningen binnen en tus­sen bevolkingsgroepen alleen maar doen toenemen. Nu de ID plicht algemeen wordt zullen het weer de niet-blanken zijn - die sowieso als een grote probleemgroep worden gezien - die het vaakst om een pasje gevraagd zal worden.

De door de staat steeds verder geperfectioneerde registratie, controle en observatie van de burger is een proces dat met kleine stappen voortgaat. Te grote stappen stuiten op weer­stand; het moet altijd lijken alsof de nieuwe stappen een beperkt doch logisch vervolg vormen op eerdere stappen. De aangevoerde argumenten lijken redelijk - je kunt er eigenlijk niet op tegen zijn: bestrijding van corruptie, misdaad, drugshan­del, ­frau­de, terrorisme. En dus volgt de ene stap na de andere: het fiscaal nummer, later het sociaal-fiscaal nummer, de door computers leesbare streepjescode op het pas­poort, cameratoezicht, politie- en AIVD-bevoegdheden die steeds worden uitgebreid, het Europees aanhoudingsbevel, het ul­tieme doel is iedereen in alle mogelijke om­stan­digheden iden­tifi­ceerbaar te maken: hierbij is biometrie (e­lectronische regis­tratie en herkenning van lichaamskenmer­ken) een belangrijk middel voor de toekomst.

Een interessante vraag is wat nu werkelijk de bedoeling is van de overheid met de volledige identificatieplicht. Het lijkt erop dat de overheid de bevolking in een permanente staat van angst en on­veiligheid wil houden, en deze situatie wil gebruiken voor het door de burger vrijwillig opgeven van het laatste restje pri­vacy en zelfstandigheid ten opzichte van de autoriteiten. De ideale omstandigheden worden gecreeërd om alle ongewenste elemen­ten (illegale vreemdelingen, criminelen, onaangepasten, dak­lozen, psychiatrische patiënten, drugs- of alcoholverslaafden) nauwkeurig te re­gis­tre­ren en ob­ser­ve­ren, en zo nodig uit de maatschappij te fil­te­ren. Het einddoel is een samenleving die in elk aspect is gericht op maximale efficiëntie, economisch nut en gehoorzaamheid, en waarvan iedereen die hierop afwijkt, des­noods fysiek zal worden geïsoleerd.

David

(1) Hans in het artikel "Steeds ongevraagd tonen", brochure invalshoek identificatieplicht, 1989

(2) "Laat zien wie je bent, anders ga je mee", NRC, 1/12/02

(3) VK 16-12 02

Dusnieuws 39, januari 2003.

Ga naar de hoodpagina van de Eurodusnie webstek: http://eurodusnie.nl