de identificatieplicht
Identificatieplicht; Stand van zaken campagne, oktober 1998

Identificatieplicht; Stand van zaken campagne, mei 1998

Succesvolle ID-campagne in Australie, december 1996

Discussie over de Identificatieplicht, maart 1996

Identificatieplicht, Maatwerk, maart 1996

Identificatieplicht; Stand van zaken campagne, december 1995

ID in Engeland, december 1995

Identificatieplicht; Stand van zaken campagne, september 1995

ID in de USA, september 1995

Identificatieplicht; Stand van zaken campagne, maart 1995

De Wet op de Identificatieplicht (WID)


mei 1998

Op 28 januari deed de Hoge Raad uitspraak in twee zaken die door twee weigeraars waren gewonnen bij respectievelijk het Gerechtshof Den Haag en bij het hof in Amsterdam. In de eerste zaak, die van Jos Derks, ging het om de vraag of een werknemer verplicht is een kopie van zijn identiteitsbewijs aan de werkgever te verstrekken en of een weigering daarvan bestraft kan worden met plaatsing in het anoniementarief. De Hoge Raad besliste dat Derks inderdaad niet verplicht was een kopie van zijn ID af te staan omdat daarvoor de wettelijke grondslag ontbrak. Een leuke uitspraak, die echter geen enkel verder gevolg zal hebben omdat door een wetswijziging per 1 februari 1997 werknemers wel verplicht zijn een kopie van hun ID in te leveren of toe te staan dat er een kopie wordt gemaakt.
De uitspraak in de tweede zaak, die van Penny Henshaw, heeft aanzienlijk meer gevolgen. In deze zaak had het Hof in Amsterdam beslist dat het vragen naar een identiteitsbewijs bij een werknemer aan wiens identiteit niet getwijfeld wordt, een inbreuk is in de persoonlijke levenssfeer wat in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 8). Ook al was Henshaw volgens het Hof terecht aangemerkt als anonieme werknemer, in dit geval diende toepassing van het anoniementarief achterwege te blijven omdat ook dit in strijd was met art.8 EVRM. De Hoge Raad veegt dit van tafel, met als argument dat het laten zien van een paspoort moeilijk beschouwd kan worden als inbreuk op de privacy en dat deze, als het al een inbreuk zou zijn, te rechtvaardigen is om fraude en misbruik in de samenleving beter te kunnen bestrijden. Verder zegt de Hoge Raad dat het anoniementarief niet als sanctie kan worden beschouwd (dit was als argument in een aantal andere zaken gebruikt) en er dus ook in dit geval geen sprake kan zijn van strijdigheid met artikel 6 van het EVRM (waarin wordt bepaald aan welke voorwaarden sancties dienen te voldoen).
Al met al een zeer teleurstellende uitspraak. In overleg met een aantal advocaten en weigeraars (waaronder natuurlijk Penny Henshaw zelf) is besloten de zaak voor te leggen aan het Europese Hof. Wordt dus vervolgd.


zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish