Geachte consument,

 

             Hierbij ontvangt u op persoonlijke titel de brief die aan een aantal schakels van de biologische sector is verstuurd. Vanwege een aantal aan het Platform Biologica en SKAL voorgestelde kwaliteitsbevorderende maatregelen, i.v.m. duurzame criteria en het EKO-keurmerk, verzoek ik u om deze brief met aandacht te lezen en uw commentaar aan mij toe te zenden. Tevens zou ik heel graag de enquête hierover -zie onderaan de brief- ingevuld van u retour ontvangen.

De meest belangrijke vraag voor de toekomst van het EKO-product is volgens mij: hoe duurzaam is EKO en/of zijn de criteria van SKAL wel op to date?

 Moet het monopolie van SKAL als controle-organisatie doorbroken worden? In Ekoland nr. 7/8  is er in de rubriek ‘Podium’ aandacht besteed aan bovengenoemde vraag die gesteld werd aan een aantal vertegenwoordigers die een gedeelte van de volledige biologische sector representeren. Is het niet zinnig om de mening van alle vertegenwoordigers van de schakels die belang hebben in het EKO-keurmerk te horen? Ondergetekende is de natuurvoedingswinkelier met de langste staat van diensten; nl. 30 jaar in de sector als winkelier/pionier. Omdat door het aantal geïnterviewden een aantal criteria niet besproken zijn m.b.t. de gestelde vraag wil ik die u hierbij aanreiken. Het zijn de ongeschreven wetten die aan de grondslag van het EKO-keurmerk lagen en die nu met aanduiding duurzaam omschreven worden. Maar het EKO-keurmerk besteedt onvoldoende aandacht aan de duurzame criteria zoals de sociale, ethische, juridische, medische en de ecologische. Als SKAL hieraan geen aandacht wil besteden dan vind ik dat er zeker een onafhankelijke organisatie naast SKAL moet komen die parallel aan de biologische richtlijnen tevens de genoemde criteria behartigt. Wat bedoel ik hiermee en hoe ecologisch is EKO?

             Via de productlijn Biotop worden artikelen die aan de biologische richtlijnen voldoen in de sector als volwaardig product verkocht. Maar omdat er voor een groot aantal ervan in Israël en rondom de Jordaanrivier gemiddeld 15.000 kuub water per hectare nodig is en de waterschaarste in deze regio zeker groot te noemen is, zijn deze exportproducten zeker niet ecologisch te verantwoorden zolang het grondwaterpijl jaarlijks blijft dalen met alle gevolgen van dien. Deze ecologische waarde van water en de daarmee samenhangende waterimport uit regio’s waar waterschaarste heerst is daarom een duidelijk criterium. In het kader van een meer duurzame ontwikkeling is tevens het grondgebruik en de verschraling van de grond niet in de controle opgenomen. In Duitsland heeft het SKAL-equivalent het in het eigen land verkregen product een ecologische voorkeursbehandeling/aanbeveling en etikettering gegeven om de ongewenste ecologische neveneffecten van dingen als vervoer (broeikaseffect door Co2-uitstoot), verpakking, energiegebruik enz. te compenseren. NB: Als vandaag een groot frisdrankconcern over de hele wereld een bio-cola op de markt wil brengen in aluminiumblikjes dan staat geen criterium dit in de weg. Als een tabaksproducent een bio-sigaret wil introduceren dan houdt geen enkel criterium deze ongezonde trend tegen. Als een multinationaal snackconcern besluit tropisch regenwoud om te toveren tot weideland voor EKO-runderen voor een fantastische groeimarkt, welk criterium houdt hun tegen? Dit zijn niet alleen hypothetische voorbeelden als u de stukken van de Raad van Advies van SKAL erop na leest. Tot nu toe was het relatief eenvoudig voor een EKO-product om het Max Havelaar-keurmerk te verkrijgen. Omdat de ontwikkeling naar meer grootschaligheid neigt dreigt ook deze sociale kant van het EKO-product te vervagen. Er controleert immers niemand hierop. Alleen al omdat de lage lonen er in de armste landen voor zorgen dat in de handel 

EKO versus EKO komt te staan zijn er sociale criteria nodig; daardoor worden er producteningevoerd omdat ze goedkoper zijn (bv. biologisch varkensvoer). De varkensconvenant op basis van 470.000 varkens per jaar die door de biologische sector, de maatschappelijke organisaties en minister Brinkhorst is ondertekend begint steeds minder duurzaam te worden. Eerst zou de totale hoeveelheid varkensmest door de Nederlandse biologische veevoerboeren, die ook het varkensvoer op een oppervlak van 100.000 hectare zouden gaan verbouwen, als grondstof retour genomen worden. Deze duurzame mestoplossing dreigt nu vanwege de veevoerprijs van 65 cent per kg. de race te verliezen omdat men liever het goedkopere voer uit de armere landen wil importeren. De mestproblematiek is dan niet duurzaam opgelost. Tevens zijn de doelstellingen om tot 10 % biologische landbouwgrond te komen ook weer van tafel. Duurzame consumentenprijzen die kunnen concurreren zijn mogelijk met de nieuwe retailformule ‘Trendbreuk’. Ofschoon SKAL grondgebonden criteria heeft, worden deze niet nageleefd. Hoe dit kan bij de Raad van Accreditatie is onduidelijk. De algemene mensenrechtensituatie (juridische criteria), zoals door China gepraktiseerd, staat ter discussie. Criteria hieromtrent zijn zeker wenselijk. Volgens de biologische richtlijnen is het landbouwproduct tabak niet afgekeurd. Vanwege medische criteria en ook wat de verpakking van EKO-producten betreft is het wenselijk om de sector te beschermen; bij twijfel anders verpakken. In de pioniersfase was het wereld- voedselvraagstuk als ethisch criterium een prioriteit. De ethische criteria zijn nooit geformuleerd en verder tot richtlijnen uitgewerkt. Maar onze doelen zijn toch zeker niet minder ethisch verantwoord geworden. Ook de dierenethiek dreigt steeds verder in de branche te vervagen zoals bv. kort geleden uit het toekennen van het EKO-keurmerk aan zuiglammetjes bleek. Vroeger was het ondenkbaar dat babylammetjes niet tot volwassenheid mochten komen omdat er een markt was die hierbij om het EKO-keurmerk vroeg en die hiervoor licentiegeld wilde betalen om maar op de menukaart het EKO-keurmerk te kunnen vermelden. Het gaat toch niet alleen om de prijs en het geld verdienen bij de toekenning van het EKO-keurmerk? Moeten we die concessies aan deze deelmarkt doen? Het is toch de vraag of de serieuze EKO-consument vraagt om een branche-vervaging.

             Als het zo verder gaat verliest EKO zijn identiteit en op de beursvloer komen al machtige aandeelhouders in actie om de markt in handen te krijgen. De meest biedende ontvangt gewoon wat te koop is. Gaat het merendeel van de EKO-wereldmarkt binnenkort over in handen van oliegiganten, naar het Engelse bedrijf dat al is begonnen om 40 % van de EKO-voorraad over de hele wereld op te kopen of naar...? Dit is geen groei naar volwassenheid van EKO maar een ontwikkeling die alleen nog winstmaximalisatie als doel heeft die inherent dan ook ten koste gaat van de duurzame doelen. Het nobele criterium van ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ moet weer ingevoerd worden. De begunstigingen om de ene afnemer meer korting te geven dan de ander is geen duurzaam economisch beginsel. Zo worden de grotere bedrijven steeds groter, maar kunnen de kleine bedrijven niet tegen de prijsconcurrentie op en worden kwetsbaarder. Een duurzame prijs is een transparante prijs.

             Overigens projecteren de consumenten van EKO-producten meer criteria in het product dan dat er zijn; zo blijkt uit een onderzoek bij klanten. Als SKAL de duurzame ecologische criteria niet mee wil nemen in het controleapparaat dan rijst ten zeerste de vraag of de vlag, de aanduiding EKO, de lading wel dekt. Immers, alle criteria die tot nu toe wel verantwoord worden hebben betrekking op BIO. Het gaat niet om de monopoliepositie van SKAL, maar om een goed product, nl. het EKO-product dat het waard is om voor de toekomst te beschermen en niet op te offeren aan de handel die geen moraal kent. Duurzame voedingsmiddelen houden meer in dan alleen biologische producten die volgens de EEG landbouwrichtlijnen worden gecontroleerd.

             Ik ben benieuwd hoe de mening over het uitbreiden van het aantal criteria van de diverse sectorleden en de desbetreffende maatschappelijke organisaties is die belang bij het EKO-keurmerk hebben. Ook hebben de diverse overheden belang in een geloofwaardig EKO-keurmerk dat niet discutabel is. Hoe denken de desbetreffende vertegenwoordigers hierover? ‘EKO groeit uit het marginale marktsegment naar een volwaardige productgroep ten bate van de samenleving als het alle duurzame criteria respecteert en de controversiële feiten aanpakt’, is mijn stelling. Als alle voedingsmiddelen op de wereld morgen een EKO-keurmerk zouden hebben dan zou de wereld er nog precies voor dezelfde duurzame vraagstukken staan als dat nu het geval is. EKO, met de criteria van heden, biedt onvoldoende toekomstperspectief voor een wereld die in EKO verwachtingen stelt die nog niet waargemaakt worden.

 

Met vriendelijke groeten,

 

H. Jürgens Redczus .

 

 

 

 

Geef met een getal dat varieert van 1 t/m 5 aan hoeveel waarde u hecht aan elk criterium; 1 = geen waarde, 5 = heel belangrijk enz.:

 


_        1.       De producten moeten afkomstig zijn van biologische teelt; er mag dus geen gebruik gemaakt worden van chemische en synthetische bestrijdingsmiddelen;

_        2.     Een beperkte/minimale hoeveelheid verpakking;

_        3.     Het op een duurzame manier gebruik maken van water; dus geen uitputting en vervuiling van grondwater en andere waterbronnen;

_        4.     Het op een duurzame manier gebruiken van het land zodat er geen uitputting van de bodem optreedt;

_        5.     Een vastgestelde maximale transportafstand, afhankelijk van het product;

_        6.       De producten moeten vrij zijn van genetische manipulatie;

_        7.       De producten moeten ethisch verantwoord zijn, oftewel het oplossen van het

wereldvoedselprobleem niet in de weg staan;

_        8.       De producten mogen de gezondheid van de gebruiker (mens, dier) geen schade toebrengen;

_        9.     Mensenrechten moeten gewaarborgd zijn; producenten van EKO-producten mogen niet in strijd met de mensenrechten handelen;

_        10.     Er moet rekening gehouden worden met sociale factoren zoals kinderarbeid.

 

_        11.          Producten in de lage lonen landen moeten verzekert zijn van een minimumprijs.

 

Welk percentage van uw boodschappen draagt het EKO-keurmerk?

 


O       0%


O       25%


O       50%

O       75%


O       100%

 

naam:

postcode:

leeftijd:

Hoe lang gebruikt u al natuurvoeding?

 

Deze enquête s.v.p. per fax, e-mail of per post retourneren aan:

 

H. J. Redzcus

Schrans 52

8932 NG Leeuwarden

tel. 058-2169360

fax: 050-5254683