meer informatie



Fotos en gegevens van de contoleurs
Zoeklicht in oud-west van dag op dag

Artikelen over zoeklicht

Klachten
Adressen

Zoeklicht op woonpraktijken


Er is in 1996 door een aantal gemeentelijke diensten, zoals de Stedelijke Woningdienst en een aantal maatschappelijke organisaties, woningbedrijven, een onderzoek gestart naar misstanden bij het huren van woonruimte in enkele Amsterdamse stadsdelen. Het gaat dan om zogenoemde onrechtmatigheden ais onderhuur en doorverhuren voor een veelvoud van de huurprijs, illegaal wonen, en inwonen zonder dat te melden. De dienst Bevolkingsregister en de Sociale Dienst waren hier ook bij betrokken. Waarom dat onderzoek in de eerste plaats nodig was, is juist omdat 'de gemeente' niet goed weet hoeveel mensen in Amsterdam niet volgens de regels in een huis wonen.

Bewoners van vele buurten, ook van de Indische Buurt, zeggen te weten dat illegaal wonen in de omgeving veel voorkomt. Juist daarom moest er maar eens gewoon geteld worden om de vraag te kunnen beantwoorden hoe 'erg' het nu eigenlijk is. Ook andere onrechtmatigheden worden 'meegenomen' in het onderzoek: persoonsregistratie en uitkeringsfraude. Het "Zoeklicht-onderzoek" bestaat meerdere onderdelen. Eerst is in 1996 een onderzoek in Westerpark gehouden. Volgens het eerste rapport is dit onderzoek vooral gericht op het ontwikkelen van een samenwerkingsmodel en een model voor analyse van gegevens. Afgerond in 1996, maar een definitief rapport wordt verwacht in mei van, dit jaar. Verder nog onderzoeken in Oost en Zeeburg. In januari 1997 zijn ambtenaren ook al in de Indische Buurt op huisbezoek geweest. Er wordt nu gewacht op de evaluatie van de gegevens. Daarna staan er nog een stuk of vijf onderzoeken in Amsterdam op het programma.

"... Daar is iets voor te zeggen..." Gedacht vanuit een rechtvaardige en doelmatige woonruimteverdeling, woningtoewijzing en adequaat beheer van de woningvoorraad, is het onderzoek goed te begrijpen. Dat zo'n pilotonderzoek zich tevens richt op goede vormen van samenwerking tussen allerlei gemeentelijke diensten en informatieverwerking is op zichzelf ook toe te juichen. Al te vaak worden dergelijke, voor de hand liggende uitgangspunten over het hoofd gezien. Het doel van onderzoek deel 1: een samenwerkingsmodel uit te werken voor verschillende betrokken partijen, kan redelijk geslaagd genoemd worden. Er is een -zij het bescheiden- bijdrage geleverd aan het risico-analysemodel.

Illegaal ergens wonen kan veel -ander- onheil meebrengen. Criminaliteit, overlast drugsproblemen, prostitutie. Enorme huren voor een krot in onderhuur. Als je weet dat iemand 'illegaal' woont, dan kunnen misstanden eenvoudiger aangepakt worden. Het is zeker voor een stadsdeelbestuur belangrijk om op de hoogte te zijn van de bewoners van een buurt: wie, waarom en met hoevelen. Zolang 'big brother verder niet meekijkt, is er niets op tegen. Het onderzoek komt tegemoet aan het rechtvaardigheidsgevoel van vele buurtbewoners. Trouwens ook aan het 'buikgevoel', maar dat kan met goed onderzoek en met beleid weggemasseerd worden.

"... Wat is daar dan op tegen?..." De meeste hierboven genoemde illegale praktijken kunnen ook georganiseerd worden vanuit een vrijstaande villa met duivenhokken aan de Nieuwkoopse plassen. Niet overdrijven natuurlijk, maar de selectie van buurten is op onduidelijke wijze tot stand gekomen. Ergens in de conclusies staat letterlijk dat de keuze voor de Fannius Scholtenbuurt in Westerpark samenhangt met het te ontwikkelen Grote Stedenbeleid. Kennelijk is het van groter maatschappelijk belang om 'arme buurten' te onderzoeken. Kenmerkend: Als we Zeeburg zeggen, wordt de Indische Buurt bedoeld, niet de KNSM-laan e.o.. Als armoede niet het criterium is, dan zal de keuze beter gefundeerd dienen te worden.

Op een aantal punten schiet het onderzoek inhoudelijk tekort: Het is een beetje 'nattevingerwerk'. Als er zo onderzocht wordt, dan valt er moeilijk een beleid op te baseren. Het vooraf selecteren van 'onderzoekwaardige adressen' kan nuttig zijn, maar het is geen geldige steekproef meer. Eigenlijk kan je dus niets met dit rapport. Maar er staat weer wel in het rapport dat ten behoeve van verdere theorievorming in een later stadium bepaald zal moeten worden welke zaken aangepakt moeten worden. Dat vind ik vreemd.

Vooraf worden een aantal vragen gesteld. Die moet je dan wel proberen te beantwoorden. Zo wordt staat er bijvoorbeeld dat onrechtmatige bewoning vaak niet op zichzelf staat, maar dikwijls verband houdt met andere onregelmatigheden, zoals uitkeringsfraude. Bewijs? 3% verband tussen uitkeringsfraude en woonfraude heb ik uit een tabel met gegevens kunnen halen! Geloof me niet op mijn woord, wacht het definitieve rapport af en trek uw eigen conclusies maar!

...'Maar wat dan?...' Uitwassen en misbruik -op dit woonterrein- moeten bestreden worden, daarover is bij mij geen twijfel, maar wat zijn dan de uitwassen? Ook moeten ze in breder verband geplaatst worden en gekoppeld worden aan relevante maatschappelijke verhoudingen. In dit onderzoek heeft het er de schijn van dat een maatschappelijk probleem (van een tekort aan woonruimtes) wordt afgeschoven op individuen. Onrechtmatig wonen heeft veel meer kanten dan het overtreden van een woonruimtewet, het kan soms gewoon niet anders. Er is onrecht en onrecht. Meer woonruimte in Amsterdam kan wel eens leiden tot minder illegaal wonen; hierin zit zelfs een mogelijkheid tot promotie van IJburg!!

Het politieke draagvlak' waarvan in de rapportage sprake is, betekent dat de Commissie Wonen & Werken 'van het onderzoek afweet. Er staat iets over in het bestuursaccoord van Stadsdeel Zeeburg en er moet in de Gemeenteraad nog verder ' over gepraat worden wat er met de resultaten van dit onderzoek gebeuren gaat. Omdat de resultaten kunnen ingrijpende gevolgen hebben, moet voor dit onderzoek ergens verantwoordelijkheid genomen worden. Het is van het grootste belang dat de resultaten en de gevolgen te controleren zijn. Ik heb gelukkig begrepen dat het onderzoek nog steeds als een 'verkenning' beschouwd wordt. Er is nog niet uitgebreid nagedacht over de gevolgen die dit onderzoek zou kunnen hebben. Het onderzoek heeft dus niet tot doel om gezinnen of personen die feitelijk onrechtmatig een woning bewonen, uit hun huis te zetten, zodat zij 'onder de brug moeten slapen' zolang ze nog niet in aanmerking komen voor een vergunning, maar wat dan wel? Welke maatschappelijke consequenties zijn er dan wel?

Er is dus feitelijk nog geen politiek draagvlak. Het is in ieders belang dat het er komt, daar moeten we dan bij wezen. Het onderwerp is te belangrijk om aan ambtenaren en politici over te laten

Andre van Vught 13 februari 1997
Terug naar boven
andere artikelen