inhoud
Koppelingswetkrant, 21 maart 1996
De Koppelingswet, sluitstuk van het vreemdelingenbeleid
Gevolgen voor vrouwen
Vreemdelingen Administratie Systeem
Wie zijn nu die illegalen
Tarak; de praktijk van de Koppelingswet
Kritiek en verzet
Kerken
Lokale politiek en belangengroepen
Koppelingswet en anti-racisme
Niet uitsluiten, maar openbreken
|
|
Lokale politiek en belangengroepen
Het Haags Initiatief tegen Facisme en Discriminatie (HIFD) is één
van de organisaties die het initiatief nam tot activiteiten tegen
de Koppelingswet. Op 3 november 1995 schreef het HIFD een brief aan
alle onderwijsstellingen in Den Haag, waarin kort en bondig werd
uitgelegd wat de negatieve gevolgen van de Koppelingswet zullen
zijn. De respons vanuit het onderwijs was groot. Veel
onderwijsinstellingen schreven een protestbrief naar de wethouder
van onderwijs.
Een discussie-avond op 28 november in de scholengemeenschap Johan
de Wit deed de rest. Zowel de forumleden als de ruim aanwezige
vertegenwoordigers van Haagse welzijnsinstellingen waren niet te
spreken over de Koppelingswet.
Paul Minderhoud (rechtssocioloog aan de Katholieke Universiteit
Nijmegen) maakte duidelijk dat de Koppelingswet eigenlijk overbodig
is. Sinds 1992 zijn er al zoveel maatregelen ingevoerd om de
toegang tot Nederland te beperken, dat de Koppelingswet onnodig is.
Hij noemde onder andere de uitbreiding van de visumplicht, de
heffing van leges bij het aanvragen van een verblijfstitel, de
afschaffing van de beroepsmogelijkheden, de verscherping van het
gezinsherenigingsbeleid en regels betreffende het voorkomen van
schijnhuwelijken, en een restrictiever asielbeleid. Zijn grootste
kritiek op de wet vormt de overdreven regelgeving: 'Misbruik door
illegalen van collectieve voorzieningen komt echt maar sporadisch
voor'.
Bert van Alphen (Johan de Wit scholengemeenschap) hield een
emotioneel betoog. Hij omschreef hoe de Koppelingswet lijnrecht
staat tegenover het gevoel van onderwijsgevenden. Bert van
Alphen:'Illegale leerlingen zijn mensen die naar school willen, die
onderwijs willen. Wie zijn wij dan om te zeggen dat dat niet kan?'.
Nihat Eski (inspraakorgaan Turken) benadrukte in haar betoog de
strijdigheid van de Koppelingswet met het integratiebeleid.
De Haagse wethouder voor onderwijs, Anke van Kampen, schreef begin
december naar aanleiding van het forum een dringende brief aan de
Tweede Kamer. 'Het is principieel niet de taak van de school om de
legaliteit van de leerling te toetsen,' aldus Anke van Kampen.
Dezelfde brief bracht zij in in het grote steden overleg, dat ook
reageerde met een brief aan de Tweede Kamer. Uit de brief van Den
Haag, Rotterdam en Utrecht: 'De 'eigenlijke taken' van de
verschillende sectoren staan op gespannen voet met de voorgestelde
controlefunctie.'
De manier waarop het onderwijs de Koppelingswet oppikte was voor
het Ondersteunings Komitee Illegale Arbeiders (OKIA) een stimulans
om door te gaan in andere sectoren. Mensen in de gezondheidszorg en
de huisvesting werden benaderd met een verzoek om een verklaring
tegen de Koppelingswet aan de Tweede Kamer te sturen. Ondertussen
hebben 75 organisaties in Den Haag zich uitgesproken tegen de
Koppelingswet. OKIA wil samen met het Meldpunt Discriminatie Leiden
(30 verklaringen) de ingezamelde verklaringen voor de behandeling
van de wet in de Tweede Kamer aanbieden aan staatssecretaris
Schmitz van Justitie.
Burgerlijke ongehoorzaamheid?
Gaat het te ver om nu al op te roepen tot burgerlijke
ongehoorzaamheid, mocht de Koppelingswet worden ingevoerd? De
afdeling Amsterdam Oud-West van Groen Links riep in haar motie
tegen de Koppelingswet tijdens het partijcongres van die partij op
25 november 1995 daar wel toe op. Uiteindelijk besloten zij deze
oproep uit de motie te schrappen, omdat zij voorzagen dat dat een
struikelblok zou zijn.
Dat partijcongres nam de motie over de Koppelingswet aan. 'Daarom
roept Groen Links regering en parlement op zich te bezinnen en een
eind te maken aan dit mensonterende beleid,' schrijft de Groen
Links afdeling Amsterdam Oud-West. Een afdeling in een zo'n
typische Amsterdamse wijk met een markt waar mensen van
Marokkaanse, Turkse en Surinaamse afkomst hun waar aanbieden naast
de witte medelanders. Maar ook een wijk met stil en openlijk
racisme. De afdeling verwijst niet alleen naar de Koppelingswet,
maar zet deze wet naast alle maatregelen van de afgelopen jaren die
het illegaal verblijf in Nederland aan banden willen leggen.
En wat doet Groen Links vraagt de afdeling zich af? Sybe Soutendijk
van de afdeling:'In plaats van voorop te gaan, werd de aangenomen
motie niet in het partijblad vermeld.' Laat die partij het daar dan
bij?
WAAN
De afdeling in Alkmaar in ieder geval niet. De Groen Links
raadsfractie in die stad heeft met succes een motie tegen de
Koppelingswet door de gemeenteraad geloodst. Op een bijeenkomst op
2 februari 1996 in Alkmaar van de Werkgroep Administratieve
Apartheid Nee (WAAN) vertelde dhr. H. Vogelzang, chef afdeling
Kinderbijslag van de Sociale Verzekerings Bank, dat de SVB niet van
plan was om naar verblijfsstatussen te vragen. En op de vraag of de
invoering van de Koppelingswet daarin verandering zou brengen,
antwoordde dhr. Vogelzang:'Dan hebben wij een probleem!'
Naar aanleiding van dezelfde bijeenkomst schreef de raadsfractie
van GroenLinks een brief aan B en W van Alkmaar:'Wij vragen het
college bij de Tweede Kamer te protesteren tegen de gevolgen van de
ontwerp-Koppelingswet. Nog beter is het voorbeeld van de gemeente
Leiden te volgen. Een dergelijk signaal zal de 'illegale' bewoners
van de stad een hart onder de riem steken.'
Burgemeester en Wethouders schaarden zich achter het standpunt van
de fractie en schreven een brief aan de Tweede Kamer. Burgemeester
R. Bandell:'Instellingen dienen bij aanvaarding van de
Koppelingswet door de Tweede en Eerste Kamer aan allochtonen de
vraag te stellen of zij (nog steeds) rechtmatig in Nederland
verblijven. Veel alloch-tone medeburgers die al jaren in Nederland
wonen en werken zullen hiervan hinder ondervinden. Wij vrezen dat
hierdoor een sfeer van wederzijds wantrouwen zal ontstaan, die niet
bevorderlijk is voor het ontstaan van een lokale multiculturele
samenleving.'
Dat een kleine organisatie de discussie in een stad met succes kan
starten heeft WAAN in Alkmaar duidelijk gemaakt. Drie werknemers in
de welzijnssector die weigerden een kopie van hun paspoort in het
kader van de Wet op de Identificatieplicht aan hun werkgever te
overleggen, startten in december 1995 met de werkgroep WAAN. Hun
weigering leverde hen plaatsing in het anoniementarief van de
Loonbelasting op, zoals vele andere mensen in Nederland. De
WID-weigeraars voeren actie door middel van kort gedingen en
processen tegen werkgevers en de Staat der Nederlanden. Evenals de
Koppelingswet is de Wet op de Identificatieplicht een schakel in de
toenemende registratie in Nederland. De werkgroep WAAN wil zich
niet alleen in haar activiteiten, maar ook in haar naam zich
uitspreken tegen administratieve apartheid in Nederland.
Leiden tegen de Koppelingswet
Alkmaar is de vijfde gemeente die zich openlijk tegen de
Koppelingswet uitspreekt en zich aansluit bij de gemeente Leiden
die op 8 januari 1996 een motie tegen de Koppelingswet aannam. De
motie: 'De gemeente Leiden garandeert het gebruik van onderwijs en
zorgvoorzieningen voor alle inwoners van Leiden ongeacht hun
verblijfsstatus.' Daarmee gaat Leiden een stap verder dan de drie
grote steden Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Evenals in Den Haag
verzamelt het Meldpunt Discriminatie Leiden verklaringen tegen de
Koppelingswet van verschillende organisaties.
Heeft het nog zin?
Bij het onderzoek naar de mogelijkheden van het organiseren van het
verzet tegen de Koppelingswet in diverse plaatsen, vroegen enkele
organisaties zich af of het nog wel zinvol was om in verzet te
komen. De betreffende personen gingen ervan uit dat de wet reeds
door de Tweede Kamer was aangenomen. Dit is tekenend voor het
aanwezige 'vertrouwen' in de politiek. Welke kritiek je ook laat
horen, het parlement gaat toch zijn eigen gang.
Dat de lokale politiek zich nog gevoelig toont voor argumenten,
laat de houding van de burgemeesters en wethouders van Alkmaar en
Leiden zien.
De resultaten die in verschillende steden worden behaald, vormen
een stimulans voor verschillende groepen om ook in actie te komen.
Op de achterpagina staat een adressenlijst van de plaatselijke
initiatieven.
|